Gisteren liep ik samen met een vriend door de stad. We liepen samen rustig over het Binnenwegplein (je weet wel, bij de Media Markt en de Donner) en we zien dat er iets gaande is. Er hangen overal groene ballonnen en er lopen mensen met groene hesjes flyers uit te delen.
Het bleek een demonstratie te zijn van Leefbaar Rotterdam. Het leek te gaan over de veiling van de spullen uit het huis van Pim Fortuyn, je weet wel, de wijlen kale schreeuwerige roerganger van die partij. Ze protesteerden tegen het feit dat de spullen niet meer betaald kunnen worden. Je vraagt je af wat de functie er van is, maar dat ze het recht hebben om te demonstreren, ontken ik niet. Op de site stond de demonstratie als volgt vermeldt: "Aanstaande zondag staat Leefbaar Rotterdam op het Binnenwegplein in het centrum van Rotterdam. We willen namelijk graag in contact komen met Rotterdammers en zijn benieuwd naar uw mening."
Wij lopen rustig over dat plein, niks aan het handje. Het toeval wil dat we precies in de lijn lopen van de mensen die flyers uit staan te delen. Dit wil toch automatisch zeggen dat zo iemand ons aanklampt om ons een flyer te geven. Niet dat ik er één wil hebben, maar als iemand mij aanspreekt, geef ik antwoord, ik ben beleefd opgevoed. Ik wilde al de Darshan-truc gebruiken (je telefoon pakken en dan doen alsof je gebeld wordt, zodat je niet in gesprek hoeft te gaan, erg effectief), maar het bleek niet nodig te zijn. We werden namelijk niet aangesproken. We kwamen langs het blikveld van minstens 3 van die mannen, maar geen flyer.
Ik denk, ik neem de proef op de som. Ik zeg tegen mijn vriend: "Ik stap op die kerel af." Geheel toevallig is die vriend van mij van een iets andere afkomst dan ik. Hij stemt in met mijn voorstel en we lopen gezamenlijk vol goede moed naar de flyermeneer. Ik stel hem simpelweg de vraag waarom het komt dat wij midden door de vuurlinie lopen en geen flyer ontvangen. De goede man, totaal verbouwereerd, weet in eerste instantie niet waar hij het moet zoeken. Hij herstelt zichzelf en stelt dan de logische vraag of ik alsnog een flyer wil. Ik weiger vriendelijk en geef aan dat ik het een beetje apart vind dat velen een flyer ontvangen, maar wij niet. Hij geeft mij een hand, geeft daarna mijn vriend obligatoir een hand en wij vervolgen onze weg.
Ik zeg absoluut niet dat deze mensen discrimineren.
Ik zeg niet dat die man me absoluut gezien moet hebben. Zo opvallend ben ik niet.
Ik zeg ook niet dat het typerend is dat er alleen blanke mensen bij de kraam stonden.
Ik zeg alleen dat het mij laat nadenken over bepaalde ideeën en vooroordelen. Het is voor mij opvallend dat we langs drie mensen lopen en dat die ons niet eens aankijken. Ik hoop dat u als lezer hier ook een idee over heeft. Mocht het zo zijn, voel u vrij om die te delen.
Het bleek een demonstratie te zijn van Leefbaar Rotterdam. Het leek te gaan over de veiling van de spullen uit het huis van Pim Fortuyn, je weet wel, de wijlen kale schreeuwerige roerganger van die partij. Ze protesteerden tegen het feit dat de spullen niet meer betaald kunnen worden. Je vraagt je af wat de functie er van is, maar dat ze het recht hebben om te demonstreren, ontken ik niet. Op de site stond de demonstratie als volgt vermeldt: "Aanstaande zondag staat Leefbaar Rotterdam op het Binnenwegplein in het centrum van Rotterdam. We willen namelijk graag in contact komen met Rotterdammers en zijn benieuwd naar uw mening."
Wij lopen rustig over dat plein, niks aan het handje. Het toeval wil dat we precies in de lijn lopen van de mensen die flyers uit staan te delen. Dit wil toch automatisch zeggen dat zo iemand ons aanklampt om ons een flyer te geven. Niet dat ik er één wil hebben, maar als iemand mij aanspreekt, geef ik antwoord, ik ben beleefd opgevoed. Ik wilde al de Darshan-truc gebruiken (je telefoon pakken en dan doen alsof je gebeld wordt, zodat je niet in gesprek hoeft te gaan, erg effectief), maar het bleek niet nodig te zijn. We werden namelijk niet aangesproken. We kwamen langs het blikveld van minstens 3 van die mannen, maar geen flyer.
Ik denk, ik neem de proef op de som. Ik zeg tegen mijn vriend: "Ik stap op die kerel af." Geheel toevallig is die vriend van mij van een iets andere afkomst dan ik. Hij stemt in met mijn voorstel en we lopen gezamenlijk vol goede moed naar de flyermeneer. Ik stel hem simpelweg de vraag waarom het komt dat wij midden door de vuurlinie lopen en geen flyer ontvangen. De goede man, totaal verbouwereerd, weet in eerste instantie niet waar hij het moet zoeken. Hij herstelt zichzelf en stelt dan de logische vraag of ik alsnog een flyer wil. Ik weiger vriendelijk en geef aan dat ik het een beetje apart vind dat velen een flyer ontvangen, maar wij niet. Hij geeft mij een hand, geeft daarna mijn vriend obligatoir een hand en wij vervolgen onze weg.
Ik zeg absoluut niet dat deze mensen discrimineren.
Ik zeg niet dat die man me absoluut gezien moet hebben. Zo opvallend ben ik niet.
Ik zeg ook niet dat het typerend is dat er alleen blanke mensen bij de kraam stonden.
Ik zeg alleen dat het mij laat nadenken over bepaalde ideeën en vooroordelen. Het is voor mij opvallend dat we langs drie mensen lopen en dat die ons niet eens aankijken. Ik hoop dat u als lezer hier ook een idee over heeft. Mocht het zo zijn, voel u vrij om die te delen.